Stadskamer Achterhoek

Ayla

Stadskamer Achterhoek

Bij de Stadskamer kan ik een kracht maken van mijn eigen ervaringen. Wat ik heb gemist in de tijd dat ik werd behandeld voor PTSS, kan ik hier nu zelf creëren. Geweldig! Ik gun iedereen een plek waar je jezelf kunt zijn en kunt meebouwen aan iets waar je achter staat. 

Bij de Stadskamer wordt er iets in mij aangesproken, wat al jaren niet aangesproken was. Namelijk; onderzoek doen en abstract denken. Zelf mogen creëren. De jaren voordat ik bij de Stadskamer begon, heb ik het namelijk best zwaar gehad. Na m’n studietijd, waarin ik ondere begon aan de Pabo en ik tijdens de studie docent geschiedenis uitviel, ging het niet lekker met me. Een tijd lang werd ik doorverwezen van therapeut naar therapeut, maar het werd maar niet beter. Ze konden niet vinden wat er aan de hand was. Ik voelde me alleen en depressief en na jaren kwamen ze erachter dat ik PTSS had. Vanaf toen heb ik heel hard gewerkt om er bovenop te krabbelen. Wat ik heb geleerd, is dat het helemaal niet gek is dat je jezelf in sommige situatie alleen of verloren voelt en dat het helpt om dat met anderen te kunnen delen. 

Dat is ook precies waar ik nu een verschil wil maken. Want wat ik heb gemist in mijn proces, is herkenning bij anderen en samen mogen herstellen. Veel therapie gebeurt een op een. Jij hebt een probleem en moet het oplossen, maar je kunt zoveel kracht halen uit het delen van ervaringen. Zeker nu ik zie hoeveel jongeren in onze maatschappij zich alleen voelen, wil ik me juist voor die groep hard maken. Sommigen hebben alles voor elkaar; een koopwoning, relatie, noem maar op. Als je net pech hebt gehad, kan het gat ineens heel groot worden en zit je voor je gevoel klem. Dat is heel eenzaam, want het voelt alsof je hebt gefaald. Tel daar corona bij op en je ziet hoeveel jongeren aan de antidepressiva zitten. Als maatschappij moeten we er echt iets mee. 

Daar zie ik ook de uitdaging bij de Stadskamer. Het is een geweldige plek waar mensen echt zichzelf kunnen zijn en ik wil de jongeren ook meer hierheen halen. De eerste keer dat ik hier kwam was om vrijwilligerswerk te doen, op het moment dat ik net aan het opkrabbelen was. Ik vond het super spannend, maar werd zo warm onthaald. Ik hoorde veel gelach om me heen, de sfeer was ontspannen en ik voelde me direct veilig. Ondertussen ben ik van een dagdeel per week, naar vier dagen per week gegaan en heb ik een plan ingediend bij het bestuur om ook een studie social work te gaan volgen. Nu werk en studeer ik en vallen alle puzzelstukjes op de plek. Dat gun ik andere jongeren ook. Een plek waar ze kansen krijgen, geen masker hoeven dragen. Zelf had ik voorheen nog nooit van de Stadskamer gehoord. Nu wil ik me ervoor inzetten om meer jongeren hierheen te krijgen en een plek te creëren waar je je gesterkt voelt door elkaar. 

Ik leg telkens echt een stukje van mezelf in het werk. Ik weet nog goed dat veel hulpverleners in mijn eigen proces zeiden ‘Ik snap wat je bedoelt,’ maar dan voelde ik dat ze het niet begrepen. Het is heel fijn om met mensen te praten die niet boven je staan, maar werkelijk begrijpen waar je doorheen gaat. Ik sta dan ook helemaal achter de beweging die de Stadskamer maakt, waarin mensen samen herstellen. En als ik met mijn ervaring er aan kan bijdragen dat iemand niet in hetzelfde schuitje belandt als ik, dan is m’n doel al geslaagd. 

Voor mezelf kan ik zeggen dat ik nog nooit zo heb mogen doen wat ik werkelijk leuk en belangrijk vind. Bij de Stadskamer wordt er geïnvesteerd in mensen. Ik ben er trots op dat ik daar onderdeel van mag zijn en voor iedereen die nieuwsgierig is; hier maak je de beweging samen, dus er zijn super veel mogelijkheden om iets bij te dragen. 

Lees ook het verhaal van: