Bij de Stadskamer geloof ik echt in wat ik aan het doen ben. En omdat mijn collega’s datzelfde hebben, delen we de verantwoordelijkheid en staan we er als team. Dat werkt heel fijn.
Het grootste verschil met de traditionele dagbesteding is voor mij, dat we bij de Stadskamer ons werk niet bekijken vanuit een financiële bril, als in; meer klanten is meer geld. Wij werken voorliggend, dus zijn niet gedreven door geld. Dat betekent weinig druk voor de bezoekers, want er is bij ons alle tijd om er gewoon te zijn zonder doelen te moeten halen. Andersom prikkelt het mensen omdat wij niet pamperen of alles kant en klaar aanbieden. Hier moeten mensen zelf dingen regelen als ze iets willen. Daardoor groeien de bezoekers, want je bent veel trotser op jezelf als je zelf moeite hebt gedaan om iets te bereiken. De intrinsieke motivatie moet aangewakkerd worden. Soms duurt dat een tijd en komen mensen gewoon op de koffie. Het onder de mensen zijn is dan voldoende en dan ineens, na een paar jaar krijg je de vraag; ik wil wel iets meer. Hoe werkt dat? Fantastisch. Want dan kom je verder vanuit eigen beweging.
Een goed voorbeeld is een meneer die nu sinds vier jaar komt. Hij heeft voorheen op de gesloten afdeling in Warnsveld gezeten. Iedere keer als het iets beter ging en hij naar huis mocht, ging het toch mis. Totdat hij bij ons kwam en we hem vroegen; wat deed je daar wat je hier graag zou willen blijven doen? Hij vertelde dat hij daar de broodjes klaar maakte voor de lunch. Dat mocht hij bij ons ook doen. Het was in het begin echt spannend, want we lieten hem ook de boodschappen doen en hij kreeg soms paniekaanvallen in de supermarkt. We hebben hem telkens ondersteund, maar nooit het werk uit handen genomen. We gingen mee naar de supermarkt, maar hij bleef week in week uit gaan. Dat heeft hem zelfvertrouwen gegeven. Na een paar jaar was hij degene die andere vrijwilligers juist weer hielp en nu heeft hij er ook ander vrijwilligerswerk bij gevonden, waar hij ouderen helpt met eten maken. Geweldig! Hij kon stoppen met de medicatie. Wat hij echt nodig had om voorwaarts te blijven gaan, is een doel.
De overtuiging dat je uitgaat van de eigen kracht van mensen, die maakte dat ik op een gegeven moment wel uitgekeken was in de reguliere zorg. Ik was toe aan een nieuwe stap en had zelf al wat plannen uitgewerkt voor een soortgelijk concept als de Stadskamer. Maar ik kende Janneke via GGNet en we hebben dezelfde visie, dus de Stadskamer kwam als geroepen. Een plek waar mensen zelf mogen groeien. Ook als het even niet lukt.
Ik stond dus aan het begin van de Stadskamer en heb de locaties in Oost Gelre mogen opstarten. Het was echt pionieren. Ik weet nog goed dat de gemeente eerst sceptisch was toen ze vroegen: wat ga je organiseren? En ik zei: helemaal niets. Kijken wie er komt en wat de mensen zelf willen. Zo begon ik met twee bezoekers. De eerste weken speelden we spelletjes, kletsten we veel en gingen we samen opruimen. We maakten er een fijn plekje van en al snel kwamen er meerdere mensen. Nu ben ik super trots op wat er staat, met dagelijks tientallen bezoekers op beide locaties. Ik heb zoveel vertrouwen gekregen. Het gaat erom dat je de bedoeling begrijpt. Namelijk dat mensen vanuit eigen beweging aan de slag mogen. Vanuit daar krijg je alle vrijheid bij de Stadskamer.
Ondertussen werk ik in Montferland, waar ik ook weer aan de start stond. Het is zo tof dat het hier ook weer lukt! Dat mensen met een grote afstand tot de maatschappij toch weer iets bijdragen waar zij gelukkig van worden. Vrijwilligerswerk, de koffie doen of zich aansluiten bij een vereniging. Die beweging maken we met z’n allen! Ik geloof daar volledig in en ik denk ook dat dat een voorwaarde is om hier te werken. Het is superfijn om met een team te werken van enthousiaste mensen die makkelijk meebewegen met wat de bezoekers nodig hebben. En we kunnen ook kritisch zijn op wat we doen. Telkens stellen we hier weer de vraag: is dit de bedoeling, wat we nu doen? Zo houd je elkaar scherp en blijf je samen groeien.